Basiskennis, Nieuwsbrief,
Deelauto's
March 29, 2024
7 cruciale elementen voor je lokale deelproject. Bepaalt deze mix; alles of niks?
dmnu

7 cruciale elementen voor je lokale deelproject. Bepaalt deze mix; alles of niks?

Deelmobiliteit in landelijke regio’s slaagt niet zomaar. Daar is een aanpak voor nodig die precies de goede lokale mix heeft van zeven elementen. In dit artikel bespreken we deze bepalende factoren en hoe ze elkaar onderling versterken. Komende maanden doen we ook nader onderzoek naar Noordelijke projecten op deze 7 kenmerken.

Een project met deelmobiliteit heeft in de kern maar vier resultaten; de VLAG. Er moeten Voertuigen zijn, een geschikte Lokatie, een Aanbieder met aanbod en voldoende Gebruikers. Alleen al binnen deze vier basiselementen zijn veel inhoudelijke keuzes te maken. Welke soort en aantal voertuigen (auto, fietsen, wel/niet elektrisch), op welke locatie (woon, werk, mix, dorp, wijk), welk aanbod (bv open of gesloten deelnemersgroep, tarieven) en wat zijn de beoogde gebruikersgroepen (privé, zakelijk, mix). Deze keuzes en afwegingen gelden voor stad en platteland, maar zijn voor landelijke projecten èxtra belangrijk, omdat succes behalen daar niet vanzelfsprekend is. Daarom komt het aan op de aanpak en organisatie van het project zelf.

dmnu 3 28 24 3
Projectkenmerken deelmobiliteit

Zeven cruciale kenmerken van deelprojecten

Het verschil tussen succes of falen in landelijke projecten met deelmobiliteit zit in zeker 7 cruciale kenmerken. Het hele proces draait om het organiseren van:

  1. Intentie
  2. Draagvlak
  3. Daadkracht
  4. Budget
  5. Binding
  6. Potentie
  7. Promotie

Deze zeven elementen bepalen of het lokale vliegwiel rond deelmobiliteit op gang komt en blijft. En of de vlag dus vrolijk blijft wapperen. De zeven hangen sterk met elkaar en de VLAG  samen. We bespreken ze hieronder.

Intentie van het initiatief

Meerdere partijen kunnen het initiatief nemen voor een deelproject; buurtgenoten, een werkgever, een vereniging of de gemeente zelf. Hoe lokaler de partij is die het initiatief neemt, hoe groter de kans op bekendheid, geloofwaardigheid en betrokkenheid. Dat zijn maar een paar van de vele zaken die ze moeten organiseren.

Een tweede element is de intentie; welk doel willen initiatiefnemers bereiken, is dit doel helder en zet dit aan tot actie? Minder auto’s in de straat, lagere kosten of ‘ons wijkinitiatief’ zal sneller aanspreken dan duurzaamheid of beleidsbegrippen als ‘bereikbaarheid en toegankelijkheid’.

Een krachtig initiatief met een heldere intentie en stevige organisatiekracht vormen de basis van succes.

Draagvlak & daadkracht

Een buurtgenoot of een energiecoöperatie, ze kunnen nog zo enthousiast zijn, zonder draagvlak bij anderen komen ze niet ver. Hoe groter de kring van betrokkenen, hoe groter de kans op potentiële gebruikers of geldschieters, en dus een geslaagd project. Dus zijn gemeente, bewoners, bedrijven en andere besturen en organisaties nodig. De gemeente is vrijwel altijd een noodzakelijke schakel en die kan diverse rollen vervullen; faciliteren, regisseren (of remmen?), initiëren of stimuleren. Draagvlak en medewerking van de gemeente heeft een sterke positieve invloed.

Succes vergt een balans tussen een breed lokaal draagvlak en voldoende daadkracht.

De daadkracht kan leiden onder teveel partijen en polderen. Duren procedures en realisatie te lang, dan haken geïnteresseerden mogelijk weer af. Het helpt dus als gemeentes voorbereid zijn op lokale deelinitiatieven, zodat medewerking, steun en vooral ook parkeren en laden vlot geregeld zijn. Om vervolgens ook een geschikte aanbieder te vinden, zijn budget en binding een bepalende factor.

Budget & binding

Om een aanbieder op een landelijke locatie te laten starten is vaak een startbudget nodig. Dat geldt vooral voor deelauto’s omdat die hoge vaste lasten hebben en bij aanvang vaak nog onzeker is hoeveel gebruikers er daadwerkelijk komen. Een potje waarmee de kosten in de aanloopperiode voor de aanbieder gedekt zijn, zal hem sneller verleiden om een of meer deelvoertuigen te plaatsen.

Met een startbudget is vooraf minder binding nodig. Vooraf binding vergt minder of geen startbudget.

Binding kan ontstaan door gebruikers die zich abonneren of werkgevers die voor een bepaalde periode hun deelname zeker stellen. Veel buurtprojecten slagen zo; een groep bindt zich ook financieel aan het initiatief, al dan niet formeel vastgelegd (bv vereniging of coöperatie). Toch kan het ook eenvoudig zijn; wanneer er 10 gebruikers zijn wil een aanbieder een auto plaatsen. Budget bij de start en binding van gebruikers bepalen dus mede de slagingskans van een landelijk deelproject. Maar ook potentie en promotie zijn van grote invloed voor succes op de langere termijn.

Potentie & Promotie

“Is er wel interesse voor deelmobiliteit in onze straat, wijk of dorp?” Het is een veelgestelde vraag in landelijke projecten. Er is voor aanbieders eenvoudigweg minder data dan in steden, om het succes te voorspellen. De woondichtheid is lager en parkeerproblemen zijn er zelden. Een cruciale factor is daarom de basispotentie van de locatie; wonen of werken er genoeg potentiële gebruikers. Een veelgemaakte inschattingsfout is dat een drukke of bekende locatie ook een geschikt is. De echte toets is het aantal potentiële gebruikers dat er woont of werkt.

Promotie helpt de potentie te realiseren, maar verhoogt de potentie van een slechte locatie niet.

“Oh? Staat er in ons dorp ook een deelauto? Waar dan?”. Dit horen we in de praktijk vaak; onbekendheid. De tweede vorm van onbekendheid; “Ik weet niet hoe het werkt”. Promotie is dus nodig in veel vormen en fases. Groots bij de start met voldoende events of probeermomenten en -prikkels. Daarna regelmatige herhaling  om aanwas en groei van vaste gebruikers te garanderen. De klantreis voor autodelen is in enorm veel opzichten nieuw en anders; een app, een account, reserveren, een vreemde (elektrische) auto, laden en betalen per rit. In al die stappen kan promotie en communicatie de drempels helpen verlagen!

VLAG en de 7 kenmerken; zo draait het vliegwiel sneller

Er is een sterke relatie tussen de basiselementen (VLAG) en de 7 projectkenmerken. Samen brengen ze deelmobiliteit in een landelijk project op gang.

  • Voertuigen kunnen eerder worden geplaatst op een eerste locatie als er zekerheid is over (start) budget.
  • De keuze van de locatie bepaalt in grote mate de potentie en de primaire doelgroep; hoeveel bewoners, bedrijven en bezoekers zijn er rond de locatie.
  • Hoe hoger en concreter de potentie van de locatie hoe gerichter het aanbod van de aanbieder kan zijn op de doelgroep (bv gesloten of open groep, zakelijk of privé etc).
  • Elk aanbod zal actief moeten worden gepromoot, maar hoe sneller er een eerste groep gebruikers is, hoe meer kans op ambassadeurs en mond-op-mond reclame.
  • Promotie zal regelmatig herhaalt moeten worden om nieuwe gebruikers te vinden, zodat het rendement groeit en de kans toeneemt dat de voertuigen op die locatie blijven.
  • Hoe meer binding van (vaste) gebruikers met abonnementen en hoe meer binding door gebruikers die een (2e) auto wegdoen, hoe hoger het gebruik en kans op een positief rendement.
  • Hoe hoger het rendement en gebruik, hoe meer kans op groei van het aantal voertuigen en locaties.

En zo kan het vliegwiel van deelmobiliteit in landelijke regio’s stap voor stap en gemeente voor gemeente op gang komen. Zodat deelvervoer een mooie, betaalbare en duurzame aanvulling wordt op openbaar vervoer en eigen vervoer. Wat dat is ònze intentie 😉 als Deelmobiliteit.nu

Hoe scoort jullie deelproject op de 7 kenmerken?

De kans op het slagen van deelmobiliteit hangt zeker af van deze zeven elementen. Elk bestaand initiatief project kan zichzelf dus langs deze meetlat leggen en bepalen wat sterkere en zwakkere punten zijn. Hoe expliciet we die scores kunnen maken en meten is nog niet uitgedacht. Daar werken we aan. Het resultaat zou er met een vijfpuntsschaal uit kunnen zien als op de afbeelding.

Fictief voorbeeld van een scorekaart van een deelmobiliteitsproject in landelijk gebied

Onderzoek en test in Noord-Nederland

De komende maanden gaan we samen met de drie Noordelijke provincies de regionale projecten in beeld brengen en inventariseren op deze kenmerken. Daarmee willen we drie zaken achterhalen:

  1. Of succes, stagnatie of staken van projecten te verklaren zijn uit scores op deze kenmerken.
  2. Of te bepalen is hoe zwaar de 7 elementen ten opzichte van elkaar wegen.
  3. Hoe de kenmerken en lessen kunnen worden ingezet voor nieuwe projecten.

Ben je geïnteresseerd in het onderzoek, de aanpak en de resultaten? Neem dan contact op met Han-Paul van Westing 🍀

© 2023 DEESY. All rights reserved.