Analyse, Nieuwsbrief,
Deelmobiliteit, Gebiedsontwikkeling, Gemeente & beleid
November 24, 2023
Het deelmobiliteit.nu speelveld Een holistische view op de regels die het spel bepalen.
dmnu

Het deelmobiliteit.nu speelveld Een holistische view op de regels die het spel bepalen.

Soms is het ronduit verwarrend; al die invalshoeken rond deelmobiliteit. Soms is het zelfs irritant als mensen vanuit hun visie langs elkaar heenpraten. Die verwarring is niet nodig want het speelveld van deelmobiliteit kent steeds dezelfde dynamiek, ook al strekt ze zich uit van jouw straat tot stedelijke gebieden. Wat zijn in dit brede veld de vijf regels die het spel bepalen?

Deelmobiliteit als 3e vervoersvorm

Deelmobiliteit is een derde vervoersvorm, een aanvulling op eigen vervoer en openbaar vervoer. In die mix ontstaat een waaier aan flexibele en duurzame reisalternatieven voor de gebruikers, de 3 B’s: Bewoners, bedrijven en bezoekers. In elk mobiliteitsproject of initiatief herkennen we spelregels rond 5 W’s; Waar, Wie, Wat, Waarom, Waartoe?

Spoiler-alert; Deze 5 regels zullen je misschien wat àl te logisch voorkomen, zoals ‘Waar’; de lokatie als startpunt. Juist de verschillen tussen die lokaties en de combinaties met de andere W’s (zoals Wie en Waartoe) verklaren de veelheid aan deelmobiliteitsprojecten die we zien in het totale speelveld.

1. Waar? Deelmobiliteit is altijd locatiegebonden

Hoe je ook naar (deel)mobiliteit kijkt, het centrale punt is altijd een locatie. De locatie bepaalt de potentie van deelmobiliteit, want op die woon- of werklocatie start de reis van de gebruiker, of hij stapt er over of uit. Een locatie met onvoldoende gebruikers gaat nooit vliegen. De kenmerken van de locatie als type bewoners, parkeerbeleid en maar ook sociale cohesie kunnen het succes maken of breken.

Deelmobiliteit is altijd locatiegebonden, maar kent vele variaties per gemeente.

Een locatie varieert van zeer klein en lokaal tot een grote uitgestrekte stad of een provincie. Daarom zijn een aantal partijen altijd betrokken in het spel;

  • De gemeente als hoeder van de ruimte en de regels. Soms aangejaagd of ondersteund door regionale of landelijke doelen.
  • Organisaties in het gebied als belanghebbende, zoals andere vervoerders of bestemmingen als natuur, musea of recreatie.
  • Bewoners en bedrijven als potentiële gebruikers.

De gemeente is in een gebied het meest spelbepalend, door bestaand beleid, budget en regels. Als overheid heeft de gemeente diverse mogelijkheden om deelmobiliteit te starten, stimuleren of reguleren.

Spelregel deelmobiliteit 1; Zonder locatie geen doelgroepen.

2. Wie? Wie neemt initiatief voor de start van deelmobiliteit?

Naast een lokatie is er een initiatiefnemer nodig, zodat een idee via een project tot een aanbod komt. Dat kan de buurman op de hoek zijn, maar ook een projectontwikkelaar die bij nieuwbouw meerwaarde wil creëren. Ook overheden of aanbieders zelf kunnen zorgen voor het eerste aanbod.

Meerdere partijen kunnen initiatief nemen voor de start van deelmobiliteit

Het spel kent als project zeker vier fases; idee, plan, realisatie en gebruik. Meerdere partijen kunnen daarin een rol vervullen.

  • Organisaties als buurt- of bedrijfsverenigingen, energie- of zorgcoöperaties kunnen initiatief nemen. In de gebruiksfase zijn er organisaties wenselijk om beheer en monitoring te regelen.
  • Voor de organisatie van de governance kunnen overheden, eigenaren of speciaal op de richten (gebieds)coöperaties een rol spelen. Het kan ook de buurman zijn die de auto’s wast en vertroetelt.
  • De adviespartijen die gevraagd worden de gemeente of initiatiefnemers te ondersteunen hebben ook invloed op de spelregels. Zij adviseren mee in haalbaarheid, kostenmodellen, parkeernormen etc.
  • Gebiedsontwikkelaars, grondeigenaren en investeerders bepalen in grotere projecten de spelregels rond prijs, inrichting, aanbod en profilering van alle mobiliteitsvoorzieningen.

Spelregel deelmobiliteit 2; Zonder actienemers geen projectstart.

3. Wat? Welk deelaanbod voegt waarde toe voor de gebruikers?

Het spel is begonnen! We hebben een locatie, een initiërende partij en een project. Nu is de vraag welke vormen van deelmobiliteit echt waarde toevoegen voor de eerste groep gebruikers. Hier krijgt het spel een nieuwe, lastige dimensie. Weten we wat de gebruikers willen of moeten we dat raden? Grofweg ontstaan er nu 3 spelvarianten die succes (waarde en winst) of verlies (teleurstelling en rode cijfers) bepalen;

Deelmobiliteitsprojecten variëren van straat tot stad tot gebiedsontwikkeling
  • Deelmobiliteit (lokaal)

Hoe lokaler het project, hoe directer je met bewoners in gesprek kunt. Willen we elektrische deelauto’s en waar moet hij staan? Betrekken we bedrijven en bewoners en wordt de groep besloten of open. Het vergt even wat afstemming en keuzes, maar in dit soort projecten kun je elkaar recht in de ogen aankijken en samen beslissen. In dit spel kiezen de eerste gebruikers zelf en samen.

  • Deelmobiliteit (centraal)

Gaat het om meerdere locaties, de keuzes van deelvervoer als aanvulling op het openbaar vervoer of de inrichting van mobiliteitshubs in een gemeente of stad? Dan is het inschatten van de ideale waardemix al meer een beredeneerd ‘gokspel’ op basis van onderzoek, advies en vergelijkingen met andere gebieden. Gebruikers zullen hier indirecter betrokken zijn en meer verleid moeten worden tot (eerste) gebruik.

  • Gebiedsontwikkeling

De derde en lastigste variant is gebiedsontwikkeling; daar zijn er nog geen gebruikers! De mobiliteitskeuzes zijn breder dan alleen hubs of deelvormen, want ook een goede buslijn of een treinstation zal het reisgedrag van bewoners en bedrijven gaan bepalen. De spelregels van STOMP gaan hier meespelen en het inschatten parkeernormen, deelaanbod èn het overtuigen van bewoners is een spannend spel. Inspelen en flexibel meebewegen met gebruikers is hier een must!

Spelregel deelmobiliteit 3; Zonder toegevoegde waarde geen gebruikers.

4. Waarom? Welk probleem of voordeel jaagt deelmobiliteit aan?

Er zijn meerdere vormen van winst te behalen met deelmobiliteit in een gebied. Zowel voor bewoners, bedrijven, bezoekers (de 3 B’s) zijn er economische, duurzame en sociale voordelen. Voor een bewoner of bedrijf scheelt het vaste (auto)lasten, verlaagt het de voetafdruk en het ruimtegebruik (parkeren) en vergroot het de sociale binding. Maar we zijn zo gewend aan de eigen auto en parkeren voor de deur dat veranderen altijd pijnlijk is.

Communicatie en governance van deelmobiliteit sturen de start en groei

In het speelveld van deelmobiliteit zullen sturing rond communicatie en governance gaan bepalen of partijen die voordelen ook zien en blijven ervaren.

  • Communicatie;

De prikkel voor de start van deelgebruik of een andere mobiliteitsmix als vaker fietsen, lopen of de trein ligt bij de communicatie. Vaak een onderschat deel van mobiliteitsprojecten! Het aanbod realiseren alleen is niet voldoende! Lange termijn succes vergt continue aandacht voor communicatie.

  • Governance;

Het blijvende gebruik en succes van deelmobiliteit in de totale mobiliteitsmix vergt ook monitoring en sturing. Dat gaat behalve communicatie ook over beheer en de verdiensten van partijen rond aanbod, gebouwen, parkeren en openbaar vervoer. Of over beheersen van de ruimte en overlast. De regie over dat spel zal helder moeten zijn.

Spelregel deelmobiliteit 4; Zonder communicatie geen startgebruik, zonder governance en (bij)sturing geen groei.

5. Waartoe? Welke doelstellingen zijn te bereiken met deelmobiliteit?

De vijfde en laatste W is die van Waartoe? Dit deel van het spel gaat over de baten voor de 4e B; de bestuurders van overheden. Van organisaties en gemeentes tot provincies en onze landelijke overheid.

Hier spelen twee grote factoren mee die bepalen welke mix van mobiliteit in een gebied de maximale baten per opgave opleveren. Hier spelen locatie, gebied en doelgroepen (spelregels 1 en 2) een grote rol.

Welke doelstellingen zijn te bereiken met deelmobiliteit?
  • De gebiedsopgave

De eerste afweging voor overheden is de gebiedsopgave. Welke voorzieningen maken en houden het gebied aantrekkelijk? De gebiedsopgave in landelijke regio’s is geheel anders dan in de steden. Maar ook de dynamiek tussen stad en slaapdorpen, diversiteit bij  bedrijven, leeftijden en inkomensgroepen bepalen de spelregels in de gebiedsopgave.

  • De mobiliteitsopgave

Mobiliteit is een van de voorzieningen die een gebied bereikbaar, bewoonbaar en aantrekkelijk kunnen maken of houden. Welke vormen van mobiliteit je als regio wilt remmen, bijsturen of stimuleren hangt af van bredere opgaves als duurzaamheid, ruimtegebruik, kosten etc.

Hoe deelmobiliteit kan bijdragen aan deze twee opgaven zal sterk variëren. In sommige steden speelt nu het reguleren van deelmobiliteit. In de gemeentes ernaast is het een opgave om überhaupt aanbod en gebruik te realiseren. Aan overheden de schone taak hierin samen op te trekken en van elkaar te leren.

Spelregel deelmobiliteit 5;  Zonder opgave geen richting aan de doelen die met deelmobiliteit te behalen zijn.

Samenvatting spelregels deelmobiliteit

Deelmobiliteit lanceren en continueren vergt balanceren tussen diverse partijen in het spel. Of je nu heel lokaal begint met bewoners in je straat of naar de opgaven in je regio kijkt, het zijn steeds dezelfde kaders en spelregels waar je mee te maken hebt. Deelmobiliteit is daarin één van de middelen waarmee doelen en voordelen te behalen zijn, voor gebruikers en bestuurders.

Op het platform Deelmobiliteit.nu spannen we ons in om àlle vormen van aanbod, soort projecten en regio’s zichtbaar te maken en zo de groei van deelmobiliteit in heel Nederland te stimuleren.

Samen realiseren we deelmobilitei

© 2023 DEESY. All rights reserved.